Digitaal platform Hansken helpt bij filteren van toegang tot informatie op digitale gegevensdragers - EAFS 2025 (deel 3)
Gegevensdragers zoals telefoons zijn een rijke bron van informatie voor forensisch onderzoek. Appjes, sms-berichten of foto’s bijvoorbeeld kunnen veel prijsgeven over een verdachte. Toch mogen opsporingsdiensten in verband met privacy niet alle digitale gegevens zomaar inzien. De regelgeving hierover is in maart aangescherpt door de Hoge Raad. Het digitale platform Hansken – dat inmiddels in meer dan 17 landen wordt gebruikt om grote hoeveelheden digitale gegevens te analyseren – kan opsporingsdiensten helpen om alleen de toegestane gegevens uit grote hoeveelheden data te filteren. Forensisch onderzoekers Harm van Beek en Hans Henseler van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) praten tijdens de European Academy of Forensic Science (EAFS) de internationale forensische gemeenschap bij over de nieuwste ontwikkelingen rondom Hansken. “Je ziet dat Hansken door de jaren heen is veranderd van een puur technische tool naar een platform dat ook hulp biedt bij organisatorische en juridische vraagstukken,” zegt Henseler.
Hansken wordt door opsporingsdiensten vooral ingezet in complexe zaken waarbij grote hoeveelheden digitale data van vaak meerdere gegevensdragers in beslag zijn genomen. “Waar Hansken ooit begon als vooral technische ondersteuning bij het doorzoeken en analyseren van data, zien we dat opsporingsdiensten Hansken nu ook gebruiken voor organisatorische ondersteuning,” vertelt Henseler. “Een recente aanscherping van de juridische regels maakt dat opsporingsdiensten nog beter moeten nadenken over hoe ze het proces van het inzage krijgen in digitale data inrichten. Hansken is daarvoor heel bruikbaar.”
Toegang tot gegevens
In maart stelde de Hoge Raad zijn eigen rechtspraak over het onderzoek aan elektronische gegevensdragers enigszins bij. Dit gebeurde naar aanleiding van een uitspraak van het Europese Hof in het zogenaamde Landeck-arrest, waarin de voorwaarden zijn verduidelijkt voor politie en justitie om toegang te krijgen tot gegevens op gegevensdragers, zoals een mobiele telefoons of computers. Op een telefoon staat vaak veel privacygevoelige informatie, zoals berichten en foto’s. Volgens de Hoge Raad mogen politiemensen in alle zaken niet zomaar alle gegevens op een gegevensdrager inzien. De politie moet rekening houden met de ernst van het feit, dus de hoeveelheid data die ze inzien moet proportioneel zijn. Bij een grotere inbreuk op de privacy is voor inzage toestemming van een rechter vereist. Het digitale platform Hansken ondersteunt opsporingsdiensten bij het filteren van de digitale data waar zij toegang tot mogen hebben.
Filteren in de praktijk
Hansken speelt al jarenlang een rol bij het filteren van informatie. Toen het Openbaar Ministerie (OM) in het najaar van 2016 in een onderzoek beschikking kreeg over de gekopieerde data van de servers van de Canadese telecomprovider Ennetcom, was Hansken ook al van waarde. De data bevatten 3,6 miljoen berichten van klanten – een potentiële goudmijn voor onderzoeken naar de zware georganiseerde misdaad. Toch kreeg de politie van de afzonderlijke onderzoeken naar drugs of geweld van de rechter-commissaris alleen toegang tot berichten die hoorden bij apparaten die al met verdachten in verband gebracht konden worden vanuit (eerdere) analyses. De rest niet. Maar hoe kon de politie juist díe berichten uit zo’n enorme berg digitale data filteren? Het digitale platform Hansken schoot de rechercheurs hierbij te hulp. Het NFI bouwde een speciaal filter in het platform, zodat de politie alleen die berichten kon inzien waarvoor toestemming was verleend door de rechter-commissaris. De inhoud van de berichten bleek later ronduit schokkend: er werd tot in detail gemaild over liquidaties, voorbereidingen daartoe, aanslagen met granaten, wapenhandel en internationale drugshandel. Advocaten voerden tijdens de zitting verweren tegen het gebruik van data, maar de rechtbank verwierp die. Van Beek: “Door de manier waarop we Hansken hebben gebouwd, zie je precies welke sporen waar vandaan komen. Je kunt niet alleen de exacte vindplek aanwijzen, maar ook welke algoritmen Hansken hiervoor heeft gebruikt. Dat is waar Hansken sterk in is.”
Gemak
Met het gebruik van Hansken conformeren de onderzoekers zich eigenlijk automatisch al aan de juridische eisen voor toegang tot informatie, vervolgt Van Beek. “Hansken is vanaf het begin ontwikkeld om processen rond toegang tot informatie helder en inzichtelijk te maken. Al in de voorloper van Hansken – Xiraf – zaten filters om bijvoorbeeld communicatie tussen advocaten en verdachten eruit te filteren.” Hansken zorgt ervoor dat alle informatie uit verschillende bronnen op een gegevensdrager op een eenduidige manier wordt vastgelegd. “Of het nu communicatie via een app betreft of via e-mail: Hansken kan uit al die verschillende bronnen precies die informatie filteren waartoe opsporingsdiensten toegang mogen hebben.”
Verschillende rollen
Ook het filteren van de toegang gebeurt in Hansken op een uniforme manier. “De informatie komt op beveiligde Hansken-servers. Verschillende medewerkers zien alleen wat zij mogen zien. Het toepassen van filters kan aan verschillende personen worden toegewezen,” legt Van Beek uit. In de beginjaren van Hansken was de digitale rechercheur altijd de persoon die de informatie in Hansken laadde én de persoon die de digitale vragen van andere rechercheurs in het onderzoek beantwoordde. “Tegenwoordig zijn er meerdere rollen. Er is een digitaal specialist die de data uit de gegevensdrager haalt en beschikbaar stelt op het platform. Een geheimhouders functionaris – of indien nodig de rechter-commissaris – kan filteren en begrenzen welke data er beschikbaar komt. Een andere digitaal specialist helpt vervolgens het onderzoeksteam bij het duiden van digitale vragen in het onderzoek. Vroeger was dat dezelfde persoon, nu niet meer.”
Complex
Het filteren van informatie met Hansken lijkt makkelijker dan het is, waarschuwt Henseler. “Het is technisch uitdagend om filters op informatie goed toe te passen. In Hansken worden alle soorten informatie, van telefoons, apps, mails, et cetera, op een vergelijkbare manier benaderd en gefilterd.” Voor het identificeren van de juiste informatie zijn aanvullende functies ingebouwd. “Opsporingsdiensten mogen bijvoorbeeld geen communicatie tussen een verdachte en een advocaat inzien, want dat valt onder het verschoningsrecht. Maar wat valt daar wel of niet onder? Daarover kunnen juristen van mening verschillen, dus dat is al complex. Hansken moet vervolgens niet alleen een sms van een verdachte aan een advocaat eruit filteren, maar ook een e-mail. En de bijlagen van die e-mail, want ook die informatie valt onder het verschoningsrecht. En het wordt nog complexer, want een verdachte kan die bijlage ook hebben gedownload om te lezen. Ook die download moet gefilterd worden. Die kan Hansken vinden door ook te zoeken naar exacte kopieën van een document. Maar wat als iemand de naam van een document heeft aangepast bij het opslaan in een map? Dan moet je ook die bijna-duplicaten kunnen herkennen. En dat kan Hansken allemaal.”
Gebruik algoritmes
Dan ben je er nog niet, vult Van Beek aan. “Want wanneer is een document een kopie? Hoeveel moeten documenten op elkaar lijken? Hier wordt de wetenschappelijke achtergrond van de bouwers van Hansken belangrijk, want hoe bepaal je of documenten op elkaar lijken?” Normaal moet een persoon een duplicaat lezen om te bepalen in hoeverre ze op elkaar lijken, maar bij informatie die je eigenlijk niet mag zien, wil je dat niet. Dan kan een algoritme helpen. “Dan moet je weten: welke algoritmes zijn er, hoe presteren ze, en hoe kun je ze in Hansken inbouwen? Als NFI kunnen we dit ontwikkelen en faciliteren met een wetenschappelijk onderbouwd resultaat. Hansken heeft een eigen rekencluster en heeft dus genoeg rekencapaciteit om algoritmen en taalmodellen te gebruiken.”
Constante verandering
Bovenstaande ontwikkelingen in Hansken moeten steeds meebewegen met technische, maar ook met organisatorische en juridische veranderingen. “Dat maakt dat Hansken nooit af is,” zegt Henseler. Welke nieuwe ontwikkelingen zijn er nog meer om te delen op de EAFS? “Er zijn er genoeg,” zegt van Beek. “Hansken kan bijvoorbeeld ook zoeken in onbekende apps die je nog niet kunt uitlezen. Hij zoekt in die apps bijvoorbeeld naar tijdstempels – handig voor wanneer je een reconstructie of tijdlijn in een onderzoek moet maken.” Henseler vult aan: “Hansken kan ook zoeken naar relaties. Jantje stuurt Piet een e-mail en Aletta een app. Hansken kan, met verschillende applicaties op meerdere gegevensdragers, verbindingen tussen personen in kaart brengen – dus inzichtelijk maken wie met wie communiceert. Hansken is klaar voor de digitale transformatie door constant in beweging te blijven.”