Oratie Harm van Beek: van digitale sporen naar betrouwbaar bewijs

Heeft een verdachte die mogelijk betrokken is bij een strafbaar feit, daadwerkelijk zelf een WhatsApp-bericht gestuurd? Of was het iemand anders, of zelfs iets anders? “In het digitale tijdperk zijn sporen zelden eenduidig”, stelt Harm van Beek, digitaal forensisch onderzoeker bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en bijzonder hoogleraar Digital Forensics aan de Open Universiteit. Op vrijdag 19 september spreekt hij zijn oratie ‘Digitale sporen. Duidelijk onduidelijk’ uit aan de Open Universiteit Heerlen. Van Beek: “Met behulp van formele methoden zoals wiskundige modellen en logica is het mogelijk de betrouwbaarheid van digitale sporen te vergroten. Formele methoden zijn geen rem op de opsporing, maar bieden de kans om het onderzoek preciezer, rechtvaardiger en transparanter te maken.”

Digitale sporen — denk aan e-mails, foto’s of locatiegegevens — kunnen een doorslaggevende rol spelen in strafzaken, maar zijn vaak ambigu of technisch uitdagend. Om de betrouwbaarheid van digitale sporen te vergroten, pleit Van Beek in zijn oratie voor het gebruik van formele methoden: wiskundige modellen en logica waarmee je digitale scenario’s kunt reconstrueren, analyseren en toetsen. Voorafgaand aan de oratie vindt het symposium ‘Digitale sporen op de juridische weegschaal’ plaats, waarin het belang van digitaal bewijs en de juridische context centraal staan.

Formele methoden

Formele methoden worden nu nog minimaal toegepast in (digitaal) forensisch onderzoek, hoewel ze veel elementen bevatten die juist belangrijk zijn voor opsporing en bewijsvoering in de rechtbank.  “Het toepassen van formele methoden kun je vergelijken met het verschil tussen een ruwe schets en een bouwtekening: de eerste geeft een globaal idee, de tweede vertelt hoe alles in elkaar zit.” Van Beek vervolgt: “Formele methoden helpen ons om digitale sporen beter te begrijpen, structureren en analyseren. Ze dwingen ons om precies en transparant te redeneren: Wat weten we zeker op basis van de sporen? Wat zou er kunnen zijn gebeurd? En wat is uitgesloten?”

Van data naar doorslaggevend bewijs

Een concreet voorbeeld om bewijs te interpreteren is het opstellen van tijdlijnen op basis van digitale data. Van Beek schetst: “De politie vindt in jouw telefoon een aantal chatberichten, foto’s en logregels. Er staan tijdstempels bij, maar sommige zijn onbetrouwbaar. Door gebruik te maken van formele modellen van tijd kunnen onderzoekers alsnog een consistente tijdlijn opstellen. We kunnen dan zeggen: “Als deze foto is gemaakt ná dit chatbericht, dan moet deze handeling tussen ongeveer 16:00 uur en 16:05 uur hebben plaatsgevonden.””

Toekomst van digitaal forensisch onderzoek

Dergelijke tijdsanalyses zijn essentieel om scenario’s te vergelijken. Klopt het alibi van een verdachte? Past het verhaal bij wat digitaal gereconstrueerd kan worden? Formele methoden kunnen digitaal forensisch onderzoek preciezer, rechtvaardiger en transparanter maken. Binnen deze leerstoel worden de krachten van informatica, informatiekunde en rechtswetenschappen gebundeld en een brug geslagen naar de praktijk van het NFI. Van Beek: “Met dit ambitieuze en noodzakelijke onderzoeksprogramma bouwen we aan een stevige basis voor de toekomst van de digitale opsporing en bewijsvoering.”

Over Harm van Beek

Prof. dr. ir. Harm van Beek (1975, Westerhoven) is senior digitaal onderzoeker bij het NFI en sinds 1 september 2024 verbonden aan de faculteit Bètawetenschappen van de Open Universiteit als bijzonder hoogleraar Digital Forensics. Met deze bijzondere leerstoel bundelen de faculteiten Bètawetenschappen en Rechtswetenschappen van de Open Universiteit en het NFI de krachten. Van Beek studeerde technische informatica aan de Technische Universiteit Eindhoven en promoveerde daar in 2005. Tijdens zijn studie richtte hij mede het ICT-bedrijf ISAAC op. In 2009 maakte hij de overstap naar het NFI, waar hij onder meer aan de basis stond van het platform Hansken.