Test beschikbaar om oogkleur te voorspellen

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) kan in de toekomst op basis van DNA voorspellen of een persoon blauwe of bruine ogen heeft. De afdeling Forensische Moleculaire Biologie van het Erasmus MC heeft hiervoor een test ontwikkeld.

Het NFI kan deze test in de toekomst gebruiken bij het onderzoeken van sporen. De ontwikkelaars publiceren de wetenschappelijke beschrijving van de test vandaag in het internationale tijdschrift Forensic Science International: Genetics.

Met deze DNA-test is het voor het eerst mogelijk om met meer dan 90% nauwkeurigheid in het forensisch onderzoek te voorspellen of de onbekende persoon van wie de sporen worden onderzocht blauwe of bruine ogen heeft. De test is bijzonder gevoelig, waardoor deze ook kan worden gebruikt als er slechts heel weinig DNA-materiaal beschikbaar is. Bovendien is de test direct toepasbaar in de forensische laboratoria, omdat hij is afgestemd op de apparaten en de chemicaliën die daar worden gebruikt. Naar verwachting is deze oogkleurtest de eerste in een rij van DNA-tests om een onbekende persoon op te sporen op basis van uiterlijke kenmerken. Deze ontwikkeling maakt het in de toekomst mogelijk om daders op te sporen die tot nog toe niet bekend waren bij de politie

Prof. dr. Manfred Kayser, hoofd van de afdeling Forensische Moleculaire Biologie van het Erasmus MC: “Aan de ontwikkeling van deze DNA-test ging uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar de erfelijkheid van de oogkleur vooraf. Ik beschouw het als een belangrijke stap voorwaarts dat onze afdeling er nu in is geslaagd al die wetenschappelijke kennis om te zetten naar de dagelijkse praktijk van het forensisch onderzoek. Met deze DNA-test kunnen we met meer dan 90% zekerheid bepalen of een onbekende persoon blauwe of bruine ogen heeft. De grote uitdaging is nu om ook voorspellingen te kunnen doen over andere oogkleuren dan blauw en bruin.“

Prof. dr. Ate Kloosterman van de afdeling Humane Biologische Sporen van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI): “Objectieve informatie over de oogkleur van de onbekende dader kan een belangrijk stukje in de grote puzzel van het opsporingsonderzoek opleveren. De wettelijke regeling die onderzoek naar dit uiterlijke persoonskenmerk in strafzaken mogelijk moet maken, moet nog worden goedgekeurd door de Tweede Kamer. In de tussentijd kan het NFI in samenwerking met Erasmus MC technische voorbereidingen treffen om deze nieuwe onderzoeksmethode in het zakenonderzoek toe te kunnen passen. Een grote uitdaging is om deze techniek in te zetten bij onderzoek van opgeslagen DNA-sporen van een aantal ernstige onopgeloste misdrijven uit het verleden (cold cases).”

Het onderzoek van Erasmus MC is mogelijk gemaakt door subsidies van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en van het Netherlands Genomics Initiative (NGI)/NWO in het kader van het Forensic Genomics Consortium Netherlands (FGCN).