DNA-databank doorbreekt grens van 100.000 personen

Op 17 juni 2010 is de 100.000e persoon in de DNA-databank opgenomen. Sinds de inwerkingtreding van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in 2005 is het aanbod van profielen aanmerkelijk gestegen.

In totaal hebben nu 10.774 van de 100.000 personen matches gegeven met 22.591 sporen. Ongeveer 5% van de veroordeelden die in de databank worden opgenomen, geeft een match met sporen uit tot op dat moment nog onopgeloste zaken, zoals in de Puttense moordzaak en onlangs in de zaak Andrea Luten.

Dit jaar treedt de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden volledig in werking. Het aantal veroordeelden dat jaarlijks in de DNA-databank wordt opgenomen zal daardoor stijgen van ruim 18.000 per jaar naar 40.000 tot 50.000 per jaar.

100.000 personen en 51.933 sporen: 22.591 matches

In totaal hebben 10.774 van de 100.000 personen matches gegeven met 22.591 sporen. Gemiddeld matcht een dader dus met ongeveer twee sporen maar dit varieert van persoon tot persoon. Er is zelfs een persoon geweest die met sporen van 49 verschillende inbraken en auto-diefstallen heeft gematcht. Ongeveer 5% van de veroordeelden die in de databank worden opgenomen, geeft direct een match met sporen uit tot op dat moment nog onopgeloste zaken.

Bij 90,5% van de 22.591 matches was het spoor afkomstig uit volumecriminaliteit (inbraken, autodiefstallen, enz.), bij 3,1% van de gevallen uit overvallen, bij 2,7 % uit zedenzaken, bij 2,7 % uit levensdelicten en bij 1,1 % uit overige delicten. Overigens betekent niet iedere match een opgeloste zaak. Een spoor dat de match geeft kan geen daderspoor blijken te zijn, meerdere sporen uit een zaak kunnen een match geven of de zaak kan al op een andere manier zijn opgelost of afgedaan. Sporen worden op een plaats delict verzameld door de politie.

Op een totaal van 51.933 vanaf 1997 opgenomen sporen (bloed, speeksel op bijvoorbeeld sigarettenpeuken of sperma) heeft een in de DNA-databank opgenomen spoor nu een gemiddelde kans van 43% om vroeger of later een match te geven met een persoon. Soms is dat al meteen bij opname zodat direct de naam van een mogelijke verdachte kan worden gerapporteerd, en soms pas na vele jaren zoals in de Puttense moordzaak (14 jaar na de moord in 1994) of recent in de zaak Andrea Luten (17 jaar na de moord in 1993). In mei 2010 werd een man veroordeeld voor het doden van het achtjarige meisje Semiha Metin uit Deventer in 1991. In al deze gevallen werd een match gevonden toen de met het spoor matchende persoon als veroordeelde voor een ander delict in de DNA-databank werd opgenomen.

Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden

De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden is sinds 1 mei 2010 van toepassing op veroordeelden wegens ieder misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is. Voordien werd alleen celmateriaal afgenomen bij personen die veroordeeld waren wegens een gewelds- of zedenmisdrijf of die behoorden tot een categorie van de veroordeelde zeer actieve veelplegers. Vanaf 1997, toen gestart werd met het opnemen van profielen in de DNA-databank, tot op het moment van de inwerkingtreding van deze wet in mei 2005 waren er 8061 personen in de DNA-databank opgenomen. In de vijf jaar daarna ruim tien maal zo veel.

DNA-databank voor Strafzaken

De DNA-databank is bedoeld om sporen aan personen te koppelen. In 1997 werd gestart met het vullen van de databank. Met het verruimen van de DNA-wetgeving (in 2001 voor volumecriminaliteit, in 2005 trad de eerste fase Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in werking) nam het aantal sporen en personen in de databank toe. Aanvankelijk was er te weinig capaciteit om het aanbod van veroordeelden te verwerken, maar sinds 2008 zijn de achterstanden volledig opgeheven en is er voldoende capaciteit beschikbaar voor de uitvoering van de laatste fase van de wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. De DNA-databank voor Strafzaken leverde in 2009 per week gemiddeld ongeveer zeventig matches tussen sporen en personen.

Effectief en efficiënt

Forensisch DNA-onderzoek is effectief en buitengewoon efficiënt. Niet alleen levert het regelmatig een belangrijke en relatief harde bijdrage aan het opsporen en vervolgen van daders, en het vrijpleiten van onschuldigen, de resultaten worden bereikt met een relatief beperkte inzet van mensen en middelen. Bij de DNA-databank, een onafhankelijke afdeling van het NFI, werken zes medewerkers en een afdelingshoofd (gemandateerd beheerder). Bij de afdeling van het NFI waar tienduizenden DNA onderzoeken per jaar plaatsvinden - zowel aan sporen als personen - werken iets meer dan honderd medewerkers.

Internationaal

Nederland is aangesloten bij het Verdrag van Prüm, dat inmiddels is omgezet in EU-wetgeving. Internationale DNA-profielvergelijking is een vast onderdeel geworden van de dagelijkse routine van de DNA-databankmedewerkers. Via het Verdrag van Prüm zijn sinds juli 2008 tot nu toe 1439 matches van Nederlandse DNA-profielen van sporen of verdachten met buitenlandse DNA-profielen uit acht verschillende landen gerapporteerd aan Openbaar Ministerie en politie. Een van die matches leidde in 2009 tot het oplossen van de moord op een 74-jarige vrouw uit Heerlen in 1994.

Netto 100.000 personen

Dat de 100.000ste persoon is opgenomen in de DNA-databank wil zeggen:  het aantal opgenomen personen min het aantal verwijderde personen. Verwijdering vindt plaats als een verdachte niet veroordeeld wordt of een veroordeelde in hoger beroep vrijgesproken wordt.