NFI, politie en OM verkennen mogelijkheden mobiele analyse-apparatuur

Het streven is om de politie in de toekomst steeds vaker zelf metingen te laten verrichten. Ze krijgen dan nog steeds een deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), maar deze hebben ze sneller in handen. Daarmee kunnen verdachten eerder in beeld komen, of juist worden uitgesloten.

Vergroot afbeelding DNA- onderzoek
Beeld: Nederlands Forensisch Instituut

Het innovatieprogramma Remote Forensics is er op gericht onderzoekstechnieken die nu nog plaatsvinden in het laboratorium uiteindelijk naar de plaatsen delict te brengen. Het programma bestaat uit verschillende projecten.

LocalDNA

Zo buigt het NFI zich, samen met de politie, het Openbaar Ministerie en de Hogeschool van Amsterdam over de vraag of de politie in zaken met hoge prioriteit een aantal stappen binnen de analyse van DNA zelf kan uitvoeren met speciale onderzoeksapparatuur; localDNA. 
Medewerkers van de forensische opsporing zouden dan zelf sporenmateriaal kunnen invoeren in een apparaat dat in een forensische onderzoeksruimte bij de politie wordt geplaatst. Vervolgens analyseert het apparaat het spoor, maakt een DNA-profiel en stuurt dat naar het NFI. De deskundigen van het NFI controleren of de sporen op de juiste manier zijn ingevoerd en interpreteren en rapporteren de resultaten. Indien de resultaten veelbelovend zijn, kan het NFI ook de vergelijking met de DNA-databank voor strafzaken uitvoeren.

Betrouwbaarheid, kwaliteit en privacy

De techniek is mogelijk, maar een overstap naar deze nieuwe werkwijze is op korte termijn niet haalbaar. “De wetgeving voor DNA is ingewikkeld”, legt Leon Schutte uit, manager van het innovatieprogramma. “De vertrouwelijkheid van DNA-profielen is heel hoog. Het is niet zomaar mogelijk om een zaaksmonster met deze nieuwe technieken te meten. De betrouwbaarheid, de kwaliteit en de privacy moeten optimaal geborgd zijn. In een laboratorium zijn de omstandigheden veel beter beheersbaar, dan wanneer het onderzoek buiten een laboratorium plaatsvindt.” 

Voor alle innovaties geldt: ze moeten maximale toegevoegde waarde bieden.

Daarnaast moet onderzocht worden of de financiële investering opweegt tegen de voordelen die localDNA met zich meebrengt. “Bij een groot land als de Verenigde Staten kun je voorstellen dat er winst is, in Nederland waar de afstanden veel kleiner zijn, is dat de vraag,” zegt Schutte. Het DNA-onderzoek aan sporen met een hoge prioriteit duurt bij het NFI op dit moment gemiddeld zes uur tot twee weken.

DNA Kiosk

En ander onderdeel van het innovatieprogramma is DNA Kiosk. Binnen dit project onderzoeken NFI, politie en OM op welke manier de politie eerder inzicht kan krijgen in kansrijke sporen. Soms stuurt de politie een spoor naar het NFI voor DNA-onderzoek, maar blijkt na onderzoek dat er onvoldoende materiaal is om een DNA-profiel te maken. Daarmee gaat kostbare tijd verloren. Binnen dit project wordt onderzocht of de politie zelf een eerste analyse kan uitvoeren om te zien of een veiliggesteld spoor een DNA-profiel kan opleveren. Anderzijds wordt geïnventariseerd of het reguliere proces zo te verbeteren is dat de politie hierover eerder uitsluitsel krijgt. 
De uitvoerbaarheid hangt van veel factoren af. Schutte: “Voor alle innovaties binnen ons programma geldt: ze moeten maximale toegevoegde waarde bieden voor onze opdrachtgevers. En dat binnen de best mogelijke levertijd en tegen de laagste kosten.”

NFiDENT

Het project uit het Remote Forensics-innovatieprogramma waarmee wel al in de praktijk wordt gewerkt, is NFiDENT. Met deze analyseapparatuur kan de politie zelf drugs testen. Daarmee wordt veel tijd gewonnen. Twee politie-eenheden hebben uitvoerig met de apparatuur getest en de verwachting is dat de politie NFiDENT in het komende jaar over heel Nederland kan uitrollen.

Drugs veel sneller getest

Binnen het ‘oude’ proces duurt het gemiddeld tot 22 dagen voordat resultaten van een drugsanalyse binnen zijn. Veel tijd gaat verloren aan logistieke handelingen: drugsmonsters moeten verpakt en getransporteerd worden. Met NFiDENT voeren forensisch politiemedewerkers zelf de testen uit. De gemeten gegevens worden naar het NFI gestuurd waar een deskundige de resultaten kan analyseren en hierover een rapport kan opmaken. Soms heeft de politieagent deze nog dezelfde dag op zijn bureau liggen.