NFI investeert met politie en OM in steeds sneller en geautomatiseerd forensisch DNA-onderzoek

Forensisch DNA-onderzoek kan steeds sneller. Via de spoedprocedure van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) kan al in drie uur tijd een DNA-spoor worden geanalyseerd, zodat razendsnel een DNA-match met een persoon wordt teruggekoppeld aan de opsporing.  Juist omdat DNA-bewijs steeds belangrijker wordt voor de opsporing, neemt het NFI deel aan vier verschillende proeftuinen. Drie daarvan zijn er op gericht om steeds meer DNA-sporen in enkele uren te verwerken. In de vierde proeftuin wordt het vergelijken van bepaalde DNA-profielen met de DNA-databank geautomatiseerd.

Het NFI neemt naast de proeftuin van de ‘snelle DNA-straat’ in de regio Limburg, ook deel aan de proeftuin ‘LocalDNA’. Daarnaast zijn de eerste stappen voor de proeftuin ‘Nieuwe ronde, nieuwe kansen’ in september 2020 gezet. Het proces zal in 2021 worden geautomatiseerd. Ook de voorbereidingen voor de proeftuin ‘Snelle ID-lijn’ zijn in volle gang. Deze start in 2021.

Alle proeftuinen hebben als doel het forensisch DNA onderzoek te versnellen en te automatiseren, zodat ze in de grotere behoefte voor (snel) DNA-onderzoek kunnen voorzien. Dit kan richting geven in de opsporingsfase van het onderzoek. Het helpt om sneller een potentiële verdachte in beeld te krijgen.

Versnelling door nabijheid en automatisering

In de proeftuinen Snelle DNA-straat en ‘LocalDNA’ wordt het effect onderzocht door het nabij en op locatie van de plaats delict te voorzien in onderzoekscapaciteit. In de proeftuinen Snelle ID lijn en Nieuwe ronde Nieuwe kansen wordt innovatieve automatisering van het proces ingezet, die direct toepasbaar is in strafzaken en daarmee voorziet in de landelijke behoefte aan snel forensisch DNA onderzoek.

LocalDNA

De proeftuin ‘LocalDNA’ wordt uitgevoerd in samenwerking met het OM, de Hogeschool van Amsterdam, de eenheid Amsterdam, Midden-Nederland en de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie.

In deze proeftuin is een speciale bus uitgerust met een apparaat dat DNA-data kan genereren uit sporen, de zogenoemde RapidHIT200. De bus – het Forensic Identification Vehicle (de ‘FIV’)- rijdt in de proeftuin naar de plaats delict waar de sporen, indien geschikt bevonden hiervoor, meteen in het apparaat kunnen.

Het NFI analyseert daarna de data en kan een verkregen DNA-profiel direct vergelijken met de profielen in de DNA-databank voor strafzaken. Politie en OM zullen het apparaat inzetten in zaken waarvoor het cruciaal is om snel een verdachte in beeld te krijgen.

Helaas niet zijn nog niet alle sporen geschikt voor typering in de RapidHIT 200. Het beste resultaat wordt verkregen uit duidelijke bloed- en speekselsporen. DNA-sporen waaruit een DNA-mengprofiel (een profiel dat bestaat uit DNA van meerdere personen)wordt vervaardigd is minder geschikt voor deze snelle procedure.

Snelle DNA-straat

Het initiatief voor deze proeftuin lag bij de politie Eenheid Limburg die samen met de commerciële partij TMFI/Eurofins, een sneller traject voor DNA-onderzoek wil realiseren met meer capaciteit voor DNA-onderzoek op sporen. Zij richten zich hierbij op zogenoemde ‘High impact crime zaken’, zoals woninginbraken, straatroven en roofovervallen.

De bedoeling is dat de politie dagelijks een aantal sporen kan inbrengen en dat er binnen drie tot vijf werkdagen een deskundigenrapport is. Het NFI is betrokken voor de registratie van de strafzaken en de vergelijking en opname van DNA profielen in de Nederlandse DNA databank voor strafzaken.

Daarnaast is het NFI betrokken voor het beheer van de in de proeftuin gegenereerde DNA extracten.

Snelle identificatie (ID) Lijn

Naast bovengenoemde twee projecten, zet het NFI met de ‘Snelle ID-lijn’ in op het ontwikkelen van een versneld proces voor geautomatiseerde DNA-analyse, interpretatie en vergelijking met de DNA-databank voor strafzaken.

De aanvragers van politie en OM krijgen in een vroeg stadium een voorlopig rapport met resultaten uit het geautomatiseerde proces om richting te geven in de opsporingsfase van het onderzoek.  De deskundigen van het NFI vervullen een belangrijke rol in het waarborgen van de kwaliteit van het geautomatiseerde proces. DNA-mengprofielen moeten nog door deskundigen geanalyseerd worden.

De verkregen resultaten uit het onderzoek komen uiteindelijk ook in een definitief deskundigenrapport terecht. Aan het einde van dit jaar zijn de technische voorbereidingen van het NFI voor deze proeftuin klaar. De proeftuin start regionaal, maar is daarna zonder meerkosten op te schalen naar een landelijke capaciteitsverhoging en versnelling.

Proeftuin Nieuwe Ronde Nieuwe Kansen

Tot slot zijn het OM, alle politie-eenheden en het NFI betrokken in de proeftuin ‘nieuwe ronde, nieuwe kansen’. Daarin vergelijkt het NFI profielen van sporen die niet voldoen aan de criteria om op te nemen in de DNA-databank voor strafzaken, periodiek met DNA-profielen van personen in diezelfde databank.

Nu vergelijkt het NFI die profielen eenmalig met de profielen in de databank. De inhoud van de databank is echter constant in beweging. Elke dag komen er DNA-profielen van sporen en personen bij. Door de profielen vaker te vergelijken  met de profielen van personen in de DNA-databank voor strafzaken, vergroot je de kans om een overeenkomst met het DNA-profiel van een persoon te vinden. Dit doet het NFI  in zaken waarvan het OM vermoedt dat DNA-onderzoek een doorslaggevende rol kan hebben bij het oplossen van ernstige misdrijven. Binnen deze proeftuin wordt een geautomatiseerd proces ingericht om een DNA-profiel dat niet geschikt is voor opname in de DNA-databank tot een jaar na de eerste vergelijking automatisch elke twee maanden te vergelijken met de DNA-databank.

Na een jaar stopt de vergelijking en krijgt het OM hiervan bericht. Mocht het nodig zijn kan op verzoek van het OM het automatische vergelijkingsproces (met een x aantal jaren) worden verlengd. Deze proeftuin is gestart in september j.l. Na het inrichten van dit geautomatiseerde proces in deze proeftuin (in 2021) wordt dit landelijk uitgerold.

Evaluatie proeftuinen

Volgend jaar worden de bevindingen van de vier proeftuinen geëvalueerd en wordt besloten of zij een vervolg krijgen. Belangrijk is dat het gehele ketenproces wordt heringericht om de versnelling zo effectief mogelijk te laten zijn.