‘Ik hoop een voorbeeld te zijn voor mijn dochters en andere vrouwen in de wetenschap’

Annemieke de Vries is de eerste vrouwelijke directeur van het Nederlands Forensisch Instituut ooit. “Daar ben ik best trots op”, zegt ze. Donderdag 11 februari is het internationale dag van vrouwen in de wetenschap. Een mooi moment om met haar te kijken naar haar eigen carrière in de wetenschap en het werken bij het NFI.

Annemieke praat vol trots over het werken bij het NFI. “Het is echt een prachtige baan”, vertelt ze lachend. Ze is sinds 1 oktober 2018 directeur Wetenschap en Technologie. Het NFI is volgens haar een fijne plek om werk en gezin te combineren. “Als je een gezin hebt dan moet je daar natuurlijk ook aandacht aan geven. Dat geldt voor mannen en voor vrouwen. Dat kan bij het NFI heel goed.”

Excuustruus
Ze vindt het belangrijk dat er een goede balans is tussen mannen en vrouwen in de wetenschap en binnen het NFI. “Maar eigenlijk moet het niet uitmaken of je man of vrouw bent. Je moet een bepaalde positie krijgen omdat jij de juiste persoon bent die de organisatie verder brengt”, zegt ze. “Dat je wordt aangenomen als ‘excuustruus’ is natuurlijk niet de bedoeling.”

Het NFI doet het volgens haar helemaal niet verkeerd als het gaat om de man-vrouw verhouding. “Het is per divisie verschillend. Zo werken er bij Biologische Sporen veel vrouwen. En als je kijkt naar onze hoogleraren en lectoren dan zijn vier van elf vrouw, ruim meer dan het landelijk gemiddelde. Vrouwen doen bij ons dus zeker niet onder qua ambitie en wetenschappelijke prestaties. Maar eigenlijk ben ik niet bewust bezig met die verdeling. Wat iemand kan, is zoveel belangrijker.”

Puzzeltocht
Zelf koos Annemieke voor de wetenschap omdat ze altijd de intrinsieke behoefte had om te weten hoe iets in elkaar zit. “Dat voelt als een spannende puzzeltocht en dat vind ik vreselijk interessant.” Bij het NFI doet zij zelf nu geen onderzoek, maar volgt alle ontwikkelingen als directeur Wetenschap en Technologie uiteraard wel. “Het is mooi dat wij hier bij het NFI onderzoek doen dat heel duidelijk toepasbaar is . We zetten de wetenschap in om zaken te helpen oplossen en dat geeft voldoening.”

In het gezin waarin zij zelf opgroeide was studeren niet vanzelfsprekend, toch heeft haar dat er nooit van weerhouden om te gaan studeren. En geen vrouw zou zich wat haar betreft geremd moeten voelen om te gaan studeren of in de wetenschap te werken.

“Als iemand tegen je zegt: ‘zou je dat nou wel doen?’, dan moet je je daar niet door laten weerhouden! Als het niet bevalt kan je nog altijd je plan bijstellen.” Vrouwen mogen wat assertiever zijn, vindt ze. “Ik merk nog wel eens dat vrouwen te bescheiden zijn en denken ‘laat ik het maar niet doen, dit is vast niet haalbaar voor mij’. Terwijl je echt van je eigen kracht uit moet gaan en moet denken in mogelijkheden. Doe vooral wat je leuk vindt om te doen en volg je hart.”

Moeders op het schoolplein

Toch heeft ook zij wel eens weerstand gevoeld toen ze jonger was. “Dan stond ik in ons dorp op het schoolplein met andere moeders. Zij vonden het fantastisch om te horen dat mijn man een dag minder was gaan werken vanwege de kinderen. Maar wanneer ze hoorden dat ik ook vier dagen werkte, schrokken ze daarvan. Dat was volgens hen echt te veel. In onze maatschappij wordt soms nog erg stereotype gedacht. Dat maakte het niet altijd makkelijk, maar heeft mij er nooit van weerhouden om carrière te maken.” Haar twee dochters zijn inmiddels een stuk ouder en studeren ook. “Ik hoop dat ik daarin een voorbeeld voor ze ben en voor andere vrouwen.”