Steeds meer verschillende drugs sneller geïdentificeerd dankzij NFiDENT

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft in samenwerking met de Forensische Opsporing (FO) van de politie het proces NFiDENT zo aangepast dat het meer verschillende soorten drugs kan identificeren. Via het NFiDENT-proces kan nu naast cocaïne, heroïne, amfetamine, metamfetamine en MDMA (‘ecstasy’), sinds kort ook de stof GHB (Gammahydroxyboterzuur) geïdentificeerd worden.

De doorlooptijd voor het identificeren van drugs is door de introductie van NFiDENT in 2017 sterk verkort. In plaats van binnen maximaal twee weken ligt er met NFiDENT binnen maximaal 24 uur een rapportage die als bewijs kan dienen in een strafrechtelijk onderzoek. Het NFI heeft met de politie en het Openbaar Ministerie (OM) het proces van het aantonen van veelvuldig voorkomende drugs met NFiDENT voor een groot deel geautomatiseerd en versneld. In 2017 kon het systeem vier verschillende soorten drugs aantonen. Vorig jaar kwam daar de stof metamfetamine bij. Sinds kort kan via NFiDENT ook de stof GHB identificeren. “GHB is, naast de huidige ‘big five’, het type drug dat we het vaakst aantreffen in zaaksonderzoek,” vertelt Daniel Takken van de FO van de politie: “Doordat we GHB nu ook via NFiDENT kunnen identificeren, verkorten we de doorlooptijd in zaken waarin GHB is aangetroffen enorm.”

‘Remote forensics’

NFiDENT is een voorbeeld van ‘remote forensics’ dankzij gebruiksvriendelijker analyseapparatuur.. Hiermee worden onderzoeksmethoden die voorheen alleen binnen zeer geavanceerde laboratoria beschikbaar waren, ook daarbuiten toegankelijk. De drugs hoeven niet naar het NFI te worden gebracht. Dit bespaart tijd en geld. De beschikbaarheid, snelheid en toepasbaarheid van forensisch onderzoek in de strafrechtsketen worden hiermee vergroot. Het NFI slaat data op het digitale platform op en dat biedt weer nieuwe mogelijkheden, zoals het signaleren en delen van drugstrends met de politie.

Indicatieve kleurtest

Bij het NFiDENT-proces meet de FO van politie of van de Koninklijke Marechaussee (KMar) op locatie het onderzoeksmateriaal met daarin vermoedelijk veel voorkomende drugs zoals cocaïne, heroïne, amfetamine, metamfetamine, MDMA of GHB. Het in beslag genomen materiaal wordt beschreven, gewogen en voorzien van een uniek nummer. Vervolgens wordt op het materiaal een indicatieve kleurtest uitgevoerd. Een positief testresultaat is een aanwijzing voor de aanwezigheid van één van de drugssoorten. De volgende onderzoeksstap is gericht op identificatie van de drugssoort. Indien het testresultaat geen positieve aanwijzing geeft kan het monster in overleg met de officier van justitie via de reguliere weg door het NFI onderzocht worden.

Identificatie veelvoorkomende drugs

Voor de identificatie van cocaïne, heroïne, amfetamine, metamfetamine en MDMA gebruiken de FO en KMar een gaschromatograaf met massaspectrometer (GC-MS). Deze techniek is wereldwijd veelgebruikt door forensische instituten om drugs te identificeren. De gaschromatograaf zorgt voor de scheiding van de verschillende componenten, waarna de massaspectrometer de verschillende componenten afzonderlijk identificeert. De meetgegevens en andere relevante info -zoals het resultaat van de kleurtest, de aard van het monster, de omvang van de partij- worden na beoordeling van de FO-medewerker digitaal verzonden aan het NFI. De deskundigen van het NFI controleren de meetresultaten en analyseren en interpreteren deze. De resultaten komen in een deskundigenrapportage, die automatisch wordt verstuurd aan de politie en in een strafrechtelijk onderzoek als bewijs kan dienen.

Identificatie GHB

GHB wordt met een andere techniek geïdentificeerd, namelijk infrarood spectroscopie (FT-IR) in plaats van GC-MS. Het was daarom een uitdaging om deze techniek toe te voegen aan het bestaande proces, vertelt Fionn Wallace, coördinator van NFiDENT bij het NFI: “We moesten de software aanpassen en dat was best een klus. Samen met de afdeling Forensics Software Enginering (FSE) van het NFI en de politie is bepaald welke informatie we nodig hebben, hoe we deze invoeren en hoe het NFI de metingen beoordeelt, waarna eventueel een rapport automatisch verstuurd kan worden.” Voor het gebruik van de nieuwe techniek moest het NFI met de politie nieuwe medewerkers opleiden. Daniel Takken ziet in de aanpassingen de bevestiging van het idee dat NFiDENT niet afhankelijk is van één type apparaat: “Hierdoor zijn de mogelijkheden voor verdovende middelenonderzoek via NFiDENT nog lang niet uitgeput en liggen er nog veel kansen voor de toekomst.”

Automatisering

Het NFI en de FO zijn continu bezig met de doorontwikkeling van NFiDENT. Automatisering speelt een grote rol in het proces van NFiDENT. De interpretatie van het onderzoeksresultaat wordt op dit moment nog gedaan door een NFI-deskundige, maar er wordt hard gewerkt om ook deze stap te automatiseren. “Het automatiseren van verschillende stappen kan het forensisch onderzoek versnellen en nog betrouwbaarder maken,” zegt Annemieke de Vries, directeur wetenschap en techniek bij het NFI: “We zetten hier vol op in. Door deze stap worden fouten tot een minimum gereduceerd. Computers kunnen zo het werk van mensen ondersteunen.”