Het digitale magazine van het Nederlands Forensisch Instituut
De afdeling Explosies en Explosieven probeert na een explosie, zoals bij een plofkraak, te achterhalen wat er is gebeurd en welke explosieve lading is gebruikt. Ook als een explosief niet is afgegaan, komt deze afdeling in actie en onderzoeken ze onder andere wat de schade had kunnen zijn als deze wél was ontploft.
Frank van der Neut kraakt al twintig jaar codes en crypto voor het NFI. “Wat we vinden is voor de opsporing. Het kan ontlastend of belastend bewijs zijn. Het maakt mij niet uit, we dragen met ons werk bij aan waarheidsvinding.”
‘Het maakt niet uit wat erachter verstopt zit, ik wil de code kraken’
Een opgevist bot uit de Noordzee of opgegraven botten tijdens werkzaamheden. Niet alle gevonden botten zijn interessant voor een forensisch vervolgonderzoek. Erg oude botten en dierlijke botten bijvoorbeeld niet. Lees hier hoe het NFI samen met Rijksuniversiteit Groningen de leeftijd van botten bepaalt.
Tientallen of duizenden jaren oud: zo bepaal je de leeftijd van botten
Het bepalen van de oog- en haarkleur van een onbekende dader of een onbekende dode, zijn of haar biogeografische herkomst herleiden of het opsporen van verschillen in het DNA van eeneiige tweelingen. Het is een greep uit de forensische mogelijkheden die de techniek Massively Parallel Sequencing (MPS) biedt voor forensisch DNA-onderzoek.
MPS levert nieuwe inzichten en informatie voor opsporing en vervolging
Het Nederlands Forensisch Instituut in de media.
Het team Niet-Humane Biologische Sporen gebruikt onder andere microbiologie in forensisch onderzoek. Zo leven in en op je lichaam veel verschillende micro-organismen, zoals bacteriën, gisten en virussen, die veel kunnen vertellen. Maar ook planten, dieren en insecten kunnen een belangrijke bijdrage leveren in strafzaken.
Kleine beestjes in poep en grond schat aan informatie in forensisch onderzoek
Hoe gedragen sporen zich op een plaats delict of bij menselijk contact? Omdat het NFI steeds gevoeliger kan meten, is de link tussen sporen en een misdrijf niet altijd meer zo helder. DNA-deskundige Bas Kokshoorn onderzoekt binnen het nieuwe lectoraat ‘De dynamiek van forensische sporen’ aan de Hogeschool van Amsterdam hoe sporen zich gedragen.
Met het blote oog zijn deepfakes niet meer herkennen. Het trainen van computermodellen is daarom essentieel om deepfakes wél te kunnen detecteren.
