DNA-onderzoek op activiteitniveau

Om de betrokkenheid bij een delict aan te tonen is het niet altijd genoeg om te weten van wie een spoor is. Soms is het belangrijk om te weten hoe en wanneer een spoor op de aangetroffen plaats terecht kan zijn gekomen. U kunt hiervoor een onderzoek op activiteitniveau aanvragen.

Het is niet altijd vanzelfsprekend dat het aangetroffen DNA is achtergelaten tijdens een delict. Er kan meer dan één verklaring zijn voor de manier waarop het DNA van een bepaalde persoon daar terecht is gekomen of juist ontbreekt. Bij een onderzoek op activiteitniveau beoordelen onze deskundigen bij welke handelingen het aangetroffen sporenbeeld het beste past.

Een onderzoek op activiteitniveau is nuttig als er meer dan één concreet scenario is dat het gevonden sporenbeeld kan verklaren.

Meer weten? Vraag een themasessie aan

Werkt u in de strafketen? En wilt u samen met uw collega’s worden bijgepraat over de mogelijkheden van onderzoek op activiteitniveau? Onze deskundigen komen graag bij u langs voor een presentatie.

Vul het aanvraagformulier in en geef aan in welk onderwerp u bent geïnteresseerd. Na uw aanvraag neemt een opleidingsadviseur van de afdeling Deskundigheidsbevordering contact met u op om de sessie in te plannen.

'DNA-onderzoek op activiteitniveau' is één van de onderwerpen waarover onze deskundigen presentaties geven. De andere onderwerpen vindt u op de pagina Themasessies op locatie.

Wanneer is een onderzoek op activiteitniveau nuttig?

Wat is nodig voor een aanvraag?

Vaak is er voor een aanvraag al contact tussen de opdrachtgever en de NFI-deskundige. Laat u een onderzoek op activiteitniveau uitvoeren? Dan vraagt de NFI-deskundige u om:

Op basis van de scenario’s doet de DNA-deskundige een voorstel voor de hypothesen waaronder de onderzoeksresultaten kunnen worden gewogen. De hypothesen beschrijven specifieke handelingen, wie deze handelingen heeft uitgevoerd en het moment waarop de handelingen zijn uitgevoerd.

Zo werkt het

Tijdens het onderzoek maakt de DNA-deskundige weloverwogen kansinschattingen voor de overdracht, persistentie, prevalentie en de kans op het terugvinden van DNA. Met behulp van statistische modellen wordt de kans op het onderzoeksresultaat voor de voorliggende hypothesen berekend.

Rapportage

Na de evaluatie ontvangt u een deskundigenrapport. Hierin leest u of en in welke mate de onderzoeksresultaten beter passen bij de ene dan bij de andere hypothese, en de bijbehorende bewijskracht. De bewijskracht is afhankelijk van de gekozen hypothesen, aannamen en overige gebruikte contextinformatie.

Belangrijk: in het deskundigenrapport staat geen uitspraak over de waarschijnlijkheid van de hypothesen zelf. De rechter combineert de bewijskracht met de overige feiten en omstandigheden in de zaak en komt zo tot een oordeel.