Mijlpaal in forensisch werkveld: publicatie van internationale normen voor forensisch onderzoek
Hoe kun je forensisch onderzoek op correcte wijze uitvoeren? Hoe vervoer je de genomen DNA-monsters? Hoe kun je de bewijzen interpreteren en hoe rapporteer je de resultaten aan politie, Openbaar Ministerie (OM) en de rechtbank? De International Organization for Standardization (ISO) heeft een wereldwijde standaard voor forensisch onderzoek gepubliceerd, waarin te lezen is aan welke standaarden forensisch onderzoek van een plaats delict tot in de zittingszaal moet voldoen. De standaard kwam tot stand in een werkgroep met deskundige vertegenwoordigers uit meer dan vijftien actief betrokken landen. Met de publicatie zijn er nu voor het eerst breed gedragen, internationale afspraken over hoe forensisch onderzoek wordt uitgevoerd. Nederlandse experts van de politie, het OM, het Nederlands Register voor Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) waren intensief betrokken bij de ontwikkeling van deze normen.
De nieuwe standaard heeft de naam “ISO-21043 Forensic Sciences” en werd op de European Academy of Forensic Science (EAFS) in Dublin in een keynote gepresenteerd aan de internationale forensische gemeenschap. “Zo willen we ervoor zorgen dat veel landen de standaard gaan gebruiken. Dat vergemakkelijkt de internationale samenwerking en uitwisseling,” zegt Charles Berger van het NFI, die meeschreef aan de standaard. “In Nederland is de kwaliteit van forensisch onderzoek hoog, maar dat is niet overal ter wereld zo. Juist daarom is het belangrijk dat er nu een internationale standaard is voor het borgen van de kwaliteit,” zegt Berger. Hij publiceerde ook een artikel hierover in Forensic Science International en gaf een drukbezochte workshop over de internationale standaard op de EAFS met NFI-collega Didier Meuwly.

Grote stap voorwaarts
"Forensisch onderzoek speelt een belangrijke rol bij het oplossen van strafzaken," zegt Sigrid Planting van het Openbaar Ministerie. “Door afspraken over onderzoek internationaal vast te leggen, verkleinen we de kans op fouten en wordt het vertrouwen in het proces versterkt.” Michel Smithuis, directeur van het NRGD is verheugd dat de normen gepubliceerd zijn: “De forensische wetenschap en daarmee de waarheidsvinding kan hiermee een grote stap voorwaarts maken.”
Vijf delen
De nieuwe ISO-standaard voor de forensische wetenschap bestaat in totaal uit vijf delen, die samen het hele forensische proces beslaan, van plaats delict tot rechtzaal. In het eerste deel is de terminologie gedefinieerd. Daarmee wordt een gemeenschappelijke taal gecreëerd en worden misverstanden voorkomen. In het tweede deel zijn de normen vastgelegd voor het veiligstellen, bemonsteren, transporteren en opslaan van sporen. Het tweede deel van de reeks is in 2018 gepubliceerd en inmiddels aan een update toe. Het derde, vierde en vijfde deel gaan achtereenvolgens over de analyse, interpretatie en rapportage van de bevindingen van de forensisch onderzoekers.
Naast de standaard voor laboratoria
De nieuwe standaard komt naast de ISO-17025 standaard, die nu al geldt voor meet- en kalibratielaboratoria. De laatste stelt eisen aan de organisatie, aan het personeel dat onderzoeken uitvoert en aan de gebruikte apparaten en onderzoeksmethodes. “Forensisch onderzoek gaat verder dan alleen meten en kalibreren. Daarom was er een aanvullende standaard nodig”, legt Berger uit. “Wij leveren met ons onderzoek een bijdrage aan de waarheidsvinding in het strafrecht. Je moet je waarnemingen als forensisch onderzoeker interpreteren en erover rapporteren aan de rechtbank. Dat stelt aanvullende eisen. Wat zeggen de waarnemingen over wat er is gebeurd bij een overval, diefstal of steekpartij? Hoe kom je tot je conclusies? Het oordeel is vervolgens aan de rechters.”
Internationale bijeenkomst
Van 30 juni tot en met 3 juli 2025 is er een internationale bijeenkomst over de ISO-standaard op het NFI. Op de agenda staat vooral het herzien van het eerder geschreven tweede deel over ‘General requirements for the forensic process, and the recovery and management of items’. In totaal zestien delegaties nemen deel. Het gaat om experts uit Australië, Canada, China, Duitsland, Denemarken, Spanje, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Hongarije, Japan, Korea, Zweden, Singapore, de Verenigde Staten, Oezbekistan en Nederland. Er is een Europees project in de maak om over de internationale normen workshops te geven in meerdere landen. “En de interesse is er tot ver buiten Europa!”, stelt Berger. “Wanneer alle Europese instituten de standaarden ook echt gaan gebruiken ben ik pas tevreden.”