‘Multidisciplinair forensisch onderzoek komt vaker voor dan je denkt’ – EAFS 2025 (deel 1)
Wat hebben een mes, een rugzak en een flesje vruchtensap met elkaar gemeen? Ze speelden allemaal een rol in één multidisciplinair onderzoek bij het NFI. Multidisciplinair onderzoek houdt in dat meerdere forensische kennisgebieden samenwerken om vragen van de rechtspraak, politie en OM beantwoorden. Tijdens de European Academy of Forensic Science (EAFS) die van 26 tot en met 30 mei plaatsvindt in Dublin, delen drie deskundigen van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) hun ervaringen met dit type onderzoek: "We werken bij het NFI vaker multidisciplinair dan je zou denken,” zegt microsporendeskundige Martin Janssen: “Met name de kleinere kennisgebieden werken veel samen. We gebruiken elkaars apparatuur en doen metingen voor elkaar. We vullen elkaar goed aan, want we gebruiken dezelfde chemische analyses maar hebben net iets andere kennis. We zijn benieuwd hoe collega’s in andere landen dit aanpakken.”
Stel, er is een steekincident op een school. De politie en het Openbaar Ministerie willen weten of een mes dat bij een verdachte is gevonden, het mes is waarmee door een rugzak is gestoken. In die rugzak blijkt een flesje vruchtensap gezeten te hebben dat geraakt is. Om die vraag te beantwoorden beginnen de teams Chemisch Identificatie Onderzoek (CIO) en Microsporen en Materialen (M&M) samen met collega’s van de deskundigheidsgebieden Kras- indruk- en Vormsporen (KIV) en Niet-Humane-Biologische Sporen (NHBS) met het onderzoek naar het mes en de sporen die daarop zijn aangetroffen. Ze verdelen de werkzaamheden en in dit geval kijkt CIO samen met NHBS naar het fruitsap uit het flesje en de sporen op het mes. M&M en KIV kijken naar de snede in het flesje en onderzoeken de rugzak. M&M kijkt ook nog naar de vezels op en de materiaalsamenstelling van het mes. Bij nader onderzoek worden ook drugsresten op het mes aangetroffen, en zo raakt het team Verdovende Middelen (VM) betrokken bij de zaak. Janssen: “Een simpele vraag met veel onderzoeksmogelijkheden. Gelukkig kunnen we elkaar snel vinden en wordt een dergelijke zaak vaak gestart met een intake, onder leiding van een intake-coördinator. Die betrekt vervolgens de benodigde kennisgebieden.”
Wat is multidisciplinair onderzoek?
Bij het NFI zijn er 37 kennisgebieden onder één dak aanwezig. Dat is bijzonder, want in andere landen zijn medische en forensische disciplines vaak gescheiden. Door de samenstelling van het NFI heeft het instituut de ambitie om te excelleren in complex en multidisciplinair onderzoek. “Bij multidisciplinair onderzoek heb je één onderzoeksobject waar de politie meerdere forensische vragen over heeft,” legt CIO-deskundige Michiel Grutters uit. “Die vragen worden beantwoord door deskundigen uit verschillende kennisgebieden. Zij stellen meestal ieder hun eigen rapport op waarin ze een of meerdere van de onderzoeksvragen beantwoorden.” Janssen geeft een voorbeeld: "Neem bijvoorbeeld een mes. Mogelijke forensische vragen zijn: zijn er sporen die iets vertellen over wie het mes heeft vastgehouden? Is dit het mes waarmee is gestoken? Om deze vragen te beantwoorden kun je denken aan onderzoek naar krassen, overdracht van metaaldeeltjes, vingerafdrukken, DNA. Dit zijn allemaal verschillende deskundigheidsgebieden. Bij monodisciplinair onderzoek daarentegen beantwoordt één deskundige in één rapport alle vragen.
Komt vaker voor dan je denkt
Het NFI krijgt regelmatig vragen die alleen met kennis uit meerdere teams te beantwoorden zijn, aldus Hulshof: “Onderzoeken welk verdovend middel er in een drugslab geproduceerd wordt, is een monodisciplinair onderzoek. Voor andere onderzoeksvragen zijn meerdere kennisgebieden nodig, zoals bijvoorbeeld voor het leggen van een link tussen een lozing van drugsafval en een drugslab. Of wanneer je wil weten welke verdachten op een lab hebben gewerkt. Dat kan door het onderzoeken van DNA op bijvoorbeeld maskers en handschoenen die in het lab zijn gevonden. Op de buitenkant zitten sporen van drugs, op de binnenkant DNA. ”Grutters: “Een aanzienlijk deel van de onderzoeken die CIO doet, is multidisciplinair.” Janssen voegt toe: “Bij M&M geldt dit ook. Naast de onderzoeken die we zelf rapporteren geldt voor CIO en M&M ook dat wij veelvoudig analyses uitvoeren voor andere teams. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de samenstelling van explosieve materialen voor dat kennisgebied of de samenstelling van stoffen die zijn aangetroffen op drugslabs. Een relatief nieuw maar bekend fenomeen zijn ook de cocaïne dragermaterialen. VM leidt dat onderzoek, wij ondersteunen met analyses van chemisch gemaskeerde cocaïne of bijvoorbeeld het karton.
Interdisciplinair onderzoek
Een speciale vorm van multidisciplinair onderzoek is het interdisciplinair onderzoek. “In dat geval heb je één onderzoeksobject en één vraag, waarbij meerdere deskundigen uit verschillende kennisgebieden ieder hun eigen onderzoek doen, maar samen één rapport uitbrengen waarin ze hun bevindingen combineren,” vertelt Janssen. “Een voorbeeld van zo’n interdisciplinaire vraag is of tabletten uit eenzelfde partij afkomstig zijn. KIV kijkt dan naar uiterlijke kenmerken van de tabletten, of de tabletten met dezelfde tabletteerstempels zijn gemaakt. VM onderzoekt de chemische samenstelling om te onderzoeken of de tabletten met hetzelfde tabletteermengsel zijn gemaakt. De resultaten worden samengevoegd in één rapport.” Een ander voorbeeld is het onderzoek naar veiligheidsinkt op bankbiljetten na plofkraken. CIO onderzoekt de chemische samenstelling van de inkt, M&M analyseert microscopisch kleine deeltjes van aardmetalen in de inkt, en NHBS richt zich op synthetisch DNA, dat fabrikanten als unieke markering aan de inkt kunnen toevoegen. Per onderzoeksaanvraag brengen zij gezamenlijk één rapport uit. Daarnaast doet het NFI als een van de weinige instituten ter wereld zogenoemd MIT-onderzoek (Microanalyse van Invasieve Trauma’s). Dit leverde doorslaggevend bewijs op in een Zweedse moordzaak.”
Aanpak van aanvragen
De aanvragers weten niet altijd van tevoren dat een onderzoek multidisciplinair zal zijn. “Onze intakecoördinatoren stellen daarom de centrale vraag scherp: wat wil men precies weten? Bij complexe vragen doen wij een voorstel over welke onderzoeken nodig zijn en welke teams daarbij betrokken moeten worden,” zegt Janssen. Grutters vervolgt: “Het is goed dat de intake zo werkt. Vraag je een forensisch rechercheur of een stof organisch of anorganisch is, dan weten ze dat meestal niet – en dat hoeft ook niet. Voor die chemische materie zijn wij er. Is het anorganisch, dan onderzoekt M&M het; is het organisch, dan doet CIO dat. Blijkt het drugsgerelateerd te zijn, dan wordt VM erbij betrokken. Is het onduidelijk? Dan zeggen we: stuur het maar op, wij zoeken het uit wat het is en naar welk team het gaat. Daar vallen we de aanvrager niet mee lastig.” Vervolgens maken de onderzoekers van de verschillende benodigde kennisgebieden een plan van aanpak, vertelt Grutters: “We bepalen samen hoe we het onderzoek aanpakken, hoe krijgen we voldoende informatie om de vraag te beantwoorden? We kijken of literatuuronderzoek nuttig is, of er een verzameling moet komen. Het kan allemaal. Het gaat verder dan alleen chemische analyses. We spreken af wie wat doet, in welke volgorde, en zorgen dat we elkaar niet in de weg zitten.”
Internationale samenwerking
De drie deskundigen zijn benieuwd hoe multidisciplinair onderzoek in buitenlandse forensische laboratoria georganiseerd is. “In sommige landen bestaat er geen apart team voor chemisch identificatieonderzoek. Dat onderzoek wordt dan bijvoorbeeld uitgevoerd door het team Verdovende Middelen – als het al onderzocht wordt,” zegt Grutters. Janssen wijst op een praktisch knelpunt: “In ons administratiesysteem moeten we producten selecteren, maar voor multidisciplinair onderzoek bestaan niet altijd aparte productcodes. Hoe lossen buitenlandse instituten dit op?” Volgens Grutters wordt er internationaal weinig gepubliceerd over multidisciplinair werken. “Iedereen doet wel iets, maar niemand heeft tijd om erover te schrijven. Daarom willen we collega’s die hier vaker mee werken, op onder andere de EAFS, bijeenbrengen om kennis op te bouwen en uit te wisselen.”
Kenniskring
Deskundigen van veel traditionele kennisgebieden zijn met elkaar verenigd in werkgroepen van het European Network of Forensic Science Institutes (ENFSI). Deskundigen die vaker multidisciplinair onderzoek uitvoeren zijn nog niet verenigd, tot teleurstelling van Janssen: “Ik zou dat best graag willen. De praktijk leert dat een dergelijk netwerk altijd nuttig is om ervaringen en best practices uit te wisselen. Daarnaast is het verkrijgen van examinatoren om de deskundigheid op het gebied van multidisciplinair onderzoek te toetsen altijd een crime. Een kenniskring zou daar enorm bij helpen. Deze workshop is een eerste stap in het opzetten van een dergelijke kenniskring en misschien ooit: een specifieke ENFSI werkgroep.”